ROB LEGUE
‘AFSTAND IS NODIG OM DIT VOL TE HOUDEN’
Tekst Ronald de Kreij Beeld Doon van de Ven

Rob Legue: ‘De meeste vragen zijn cao-gerelateerd’
Geen leerzamer geluid dan zo af en toe een tegengeluid. Zoals dit tegengeluid van Rob Legue. Anders dan de meeste andere Consulenten Spoor vindt hij het vervullen van deze functie eigenlijk helemaal niet bevredigend. Waarom spant hij zich namens FNV Spoor dan toch in voor zijn collega’s met problemen op het werk? ‘Het is één op één, dat maakt het aantrekkelijk.’
‘Iedereen die dit werk doet, heeft de standaard afwijking dat ‘ie mensen wil helpen’, zegt Rob Legue stellig. ‘Dat wil niet zeggen dat het ook altijd even leuk is. Collega’s komen bij je met trieste verhalen en je komt in gevoelige en moeilijke situaties terecht die niet eenvoudig zijn op te lossen. Daarom is afstand nodig om dit werk vol te kunnen houden.’
Gesprekken over problemen
‘Rob is monteur seinwezen bij railinfrabedrijf Strukton en spant zich nu al zo’n acht jaar voor zijn vakbond in als Consulent Spoor. Dat hij zoals hij het zelf noemt een “afwijking” heeft om mensen te willen helpen, weet hij echter al meer dan twintig jaar. Hij had zich toen nog maar net bij de FNV aangesloten omdat hij vond dat je dingen eenvoudiger kunt bereiken als je dat samen met anderen doet. De gesprekken die hij voerde met vakbondscollega’s gingen ook over problemen waar collega’s op de werkvloer tegenaan liepen. In die gevallen wilde hij niets liever dan een helpende, oplossende hand bieden.’
‘Natuurlijk is er de ondernemingsraad waar mensen kunnen aankloppen’, vertelt hij. ‘Maar die is er niet voor individuele gevallen. Gelukkig is er ook nog de vakbond. En die heeft Consulenten Spoor die namens FNV Spoor mensen helpen. Dat doen zij één op één, en dat maakt deze vorm van vakbondswerk aantrekkelijk. Daarom ben ik consulent geworden.’
Gepokt en gemazeld
Inmiddels is hij gepokt en gemazeld in het consulentschap. ‘Ik heb geleerd dat je nooit te hard van stapel moet lopen. Komt iemand bij je omdat hij dreigt te worden ontslagen, dan moet je je blijven realiseren dat elke zaak twee kanten heeft. Het is nooit altijd alleen maar die boze lelijke werkgever, maar soms ook die oliedomme werknemer. Dat maakt het lastig. Het kost tijd om je dit te realiseren.’
Een voorbeeld ter illustratie: ‘Een collega die vanwege zijn eigen dommigheid eruit moet, maar vergeet een jaarsalaris aan verlof mee te nemen. Dan is het fijn als ik kan helpen, maar bevredigend kan ik dit niet noemen. Of een andere collega voor wie je het vuur uit je sloffen loopt om hem binnenboord te houden, maar die al lang heeft besloten om toch weg te gaan. Ook niet fijn. Mijn insteek is om zoveel mogelijk mensen binnenboord te houden. Het personeelstekort in de railinfra is toch al zo groot.’
Gelukkig zijn de successen die hij boekt vele malen groter dan het aantal teleurstellingen waar hij tegenaan loopt. ‘De meeste vragen zijn cao-gerelateerd. Doorgaans zijn die eenvoudig te beantwoorden. Veel problemen waar collega’s tegenaan lopen, hebben ook raakvlakken met de cao: mag iemand iets wel of niet? Daarom is kennis van de inhoud van de cao noodzakelijk. Kom ik er zelf niet uit, dan heb ik mijn “hulplijn” in het noorden van het land nog. Daar zit collega Lodie de Bruin die jarenlang is aangeschoven bij het cao-overleg en de afspraken die daarin staan kent als geen ander (zie ook het interview met De Bruin elders in dit e-magazine, red). Lodie is sinds kort met pensioen, maar hij heeft aangegeven dat ik met vragen nog wel even bij hem mag blijven aankloppen. Tot hij er te lang uit is om nog op de hoogte te zijn van de actuele stand van zaken rond de cao.’
‘HET IS NOOIT ALTIJD ALLEEN MAAR DIE BOZE LELIJKE WERKGEVER, MAAR SOMS OOK DIE OLIEDOMME WERKNEMER’