KADERLID
‘IK NEEM DAN WEL AFSCHEID, MAAR IK BEN NOG NIET WEG’
Tekst Ronald de Kreij Beeld Doon van de Ven
‘EEN KADERLID MOET EEN BEETJE BRUTAAL ZIJN EN ZICH VOORAL NIETS OP DE MOUW LATEN SPELDEN’
Ron Christiaanse, machinist bij NS en prominent kaderlid van FNV Spoor, trekt zich langzaam terug uit het vakbondswerk. Het wordt tijd dat anderen het stokje overnemen, vindt hij. Een terugblik op zijn vakbondscarrière.
‘Ik werk op dit moment keihard aan mijn eigen duurzame inzetbaarheid’, vertelt Ron Christiaanse (62) met het hem zo kenmerkende zwaar Haagse accent. ‘Dat is wel nodig ook, want ik werk nu al 47 jaar en ben er inmiddels wel een beetje klaar mee.'
Om het de laatste jaren van zijn werkzame leven vol te kunnen houden, zet hij zich bij NS nu alweer iets meer dan een jaar voor ongeveer de helft van zijn tijd in als praktijkexaminator voor machinisten. ‘Je gaat een half jaar lang door een hele procedure van solliciteren, opleiding volgen en geëxamineerd worden voordat je als examinator mag opereren. Bovendien moet je zelf bevoegd zijn op het materieel en de baanvakken waarop je examineert. Sluit je de opleiding met goed gevolg af, dan krijg je een officiële ministeriële erkenning als examinator namens de stichting Veiligheid en Vakmanschap Railvervoer, VVRV.’
Een stuk rustiger
Sinds hij collega-machinisten examineert, heeft hij het naar eigen zeggen een stuk rustiger. ‘Heâhlijk’, zegt hij op luide toon. ‘Het is niet alleen heel leuk werk om te doen, het is ook op regelmatige uren. En ook niet onbelangrijk: ik heb ook mijn werk als kaderlid van FNV Spoor afgebouwd. Dat deed ik intussen ook alweer bijna veertig jaar. Het vakbondswerk was in de loop der jaren zó uitgegroeid, dat het voelde als een tweede baan.’
Zijn vertrek is een behoorlijke aderlating voor de bond. Want je kunt het qua vakbondsonderwerp bij wijze van spreken zo gek niet bedenken, of Christiaanse zat er op, in of bij. Waarom nu dan opeens vertrekken? ‘Ik moet eerlijk zijn’, zegt hij, ik moést wel. Althans van mezelf. Maar ook van mijn vrouw. Die was mijn dubbele baan inmiddels ook wel zat. Bovendien kan je in de dubbelrol van vakbondskaderlid en praktijkexaminator in een vervelende spagaat belanden. Stel een FNV-lid zakt bij mij als machinist, en hij dient een klacht in met behulp van de bond. Dan zou het zomaar kunnen zijn dat ik hem namens FNV Spoor zou moeten bijstaan bij de behandeling van die klacht tegen mijzelf als examinator. In zo’n situatie wil niemand terecht komen.’
Uitgebreid vakbonds-cv
‘Ik neem dan wel afscheid, maar ik ben nog niet weg hoor’, zegt hij ter geruststelling. ‘Ik zit bijvoorbeeld nog altijd in de werkgroep Spoorwegveiligheid van de bond, want dat vind ik gewoon heel erg leuk. Ik ben tenslotte ook zelf veiligheidskundige. Ook daar heb ik een opleiding voor gevolgd.’
Zo heeft hij de afgelopen veertig jaar wel meer via, bij en vooral voor de bond gedaan. Lid van de medezeggenschap bij NS, voorzitter van het netwerkoverleg, de FNV-concernraad, de sectorraad, lid van de cao-delegatie, voorzitter van de cao-commissie, lid van het FNV Ledenparlement, trekker van vakbondsprojecten, inspreker, contacten met de Tweede Kamer, vakbondsgezicht namens FNV Spoor op tv, radio en in kranten… het is maar en greep uit zijn uitgebreide “vakbonds-cv”.
‘Ach, relativeert hij, ‘ik heb als ledenvertegenwoordiger een beetje mee gehobbeld met van alles en nog wat. Maar altijd vanuit de filosofie dat als je iets doet, je het wel goed moet doen. En wanneer je iets goed doet, dan krijg je dit soort klussen en projecten. Zo hobbel je bijna als vanzelf ook nog eens zo’n beetje heel Europa door.’
Benen op tafel-gesprekken
Christiaanse vertelt over zijn vakbondswerk. ‘Veel mensen weten niet dat dit voor een belangrijk deel bestaat uit benen op tafel-gesprekken. Daar bereik je veel meer mee dan met harde acties. Ook bij de politiek.’
‘Vakbondsvertegenwoordiger is een rol’, vervolgt hij. ‘Je moet hard zijn op de inhoud, zacht op de relatie. Maar je moet ook een beetje brutaal zijn en je vooral niets op de mouw laten spelden. Daarvoor is het handig als je al een tijdje meedraait en veel hebt meegemaakt. Dan weet je wat de geschiedenis is van een bepaald onderwerp. Daarom word ik nog steeds zo nu en dan geraadpleegd. Dan belt, mailt of appt Henri (FNV Spoor-bestuurder, red.) bijvoorbeeld met de vraag hoe zit dit of dat nu ook alweer? Anderzijds geef ik hem soms ook nog steeds ongevraagd feedback.’
Vergelijkbare ervaringen heeft hij met cao-overleg. ‘Ook daar is het handig om de nodige ervaring te hebben. Dan weet je dat als je in de cao aan één bepaald artikel gaat sleutelen, dat ook gevolgen heeft voor andere afspraken. Dit heb ik de leden van de cao-delegatie dan ook meermaals meegegeven: kijk altijd naar het totale pakket.’
Hij vindt dat een goed kaderlid het lef moet hebben om indien nodig ook zijn eigen vakbondsbestuurder een draai om de oren te geven. ‘Ik heb veel FNV-bestuurders gezien en meegemaakt. Zij zijn er vooral voor het proces, maar jij voor de inhoud. Een vakbondsbestuurder kan zeker in het begin lang niet alles weten; jij draait veel langer mee. Samen bedrijf je een teamsport. Als je het beiden goed doet, wordt het topsport.’
Tijd voor nieuw bloed
Maar nu is het tijd voor andere kaderleden om het stokje over te nemen, vindt hij. ‘Als ik straks tussen zes plankjes lig en voordien geen plaats heb gemaakt als spits, dan zijn er voor die plek geen anderen voorhanden. Door me langzaam terug te trekken en onder meer nog wel beschikbaar te zijn als vraagbaak, kan worden gewerkt aan doorstroming van nieuw bloed. Beter een goeie wegwijzer dan een dolende zoekende, zeg ik altijd maar.’
Dat is nou typisch Christiaanse, zo’n laatste uitspraak. Net zoals deze bijvoorbeeld, over het belang van het vakbondslidmaatschap: ‘De bond voorkomt slavernisme van de werkman en -vrouw’. Slavernisme? Staat dat woord in de Dikke van Dale? ‘Dat weet ik niet’, reageert hij. ‘Maar iedereen weet wel wat ermee bedoeld wordt.’

Ron Christiaanse: ‘Beter een goeie wegwijzer dan een dolende zoeker.’